Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Domplein 4  en 5   te Utrecht,
voormalige Hervormde Burgerscholen


De zeer brede gevel, die de noordzijde van het Domplein domineert, is gebouwd voor twee scholen: een Hervormde Burgerschool voor jongens en een voor meisjes. Het complex uit 1925, ontworpen door D.F. Slothouwer, is nog veel omvangrijker dan de symmetrische gevel doet vermoeden; tal van bouwdelen omsluiten een grote, L-vormige speelplaats. Nadien zijn er nog vele verbouwingen en uitbreidingen geweest, onder meer voor de vestiging van de Gemeentelijke Muziekschool.
De wat chaotische plattegrond is, zoals op deze plek te verwachten, te danken aan de eeuwenoude voorgeschiedenis van dit perceel. Het begint met het Romeinse castellum, waarvan delen van de weermuur in de kelders en onder de speelplaats te zien zijn. In de middeleeuwen staat hier een zeer rijk claustraal huis van de Dom: de Rode Poort. Daarvan is een muur met een rijke piscina bewaard gebleven. De linker helft van het perceel (Domplein 5) hoorde bij een claustraal huis van Oudmunster.
Later werd het perceel nu eens uitgebreid, dan weer gesplitst. In 1868 verrijst aan het plein een dan modern woonhuis (rechts op het huidige perceel). Dat is in 1909 in gebruik als onderwijzerswoning en wordt dan tot klaslokalen verbouwd. Het hoort bij de achterliggende school, die al in 1860 opgericht was op het binnenterrein, met de hoofdonderwijzerswoning in Oudkerkhof 23. In 1924 volgt de grote kaalslag aan het Domplein: nummer 4 wordt gesloopt, evenals de linker buurpanden 6 en 7.
De bakstenen gevel uit 1925, die de dubbele school omvat, heeft twee bouwlagen. Maar in feite heeft deze vleugel er drie. Evenals op de meeste andere bouwdelen is hier een plat dak toegepast. Maar om het beeld te verzachten is voorschild aangebracht, waardoor een zolderverdieping ontstaat. Drie puntgevels met steekkappen staan boven de brede raampartijen van de klaslokalen, terwijl rechts en links een recht gesloten risaliet de ingangen markeert, geflankeerd door met toepasselijke bouwsculptuur.

Tekst: Jean Penders (10-2010). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders